Op een herfstige oktoberdag in 1941 wordt de grootvader van het Joodse meisje Manasse voor haar ogen doodgeschoten door een SS'er. Zomaar. In een poging haar grootvader dicht bij zich te houden, trekt Manasse zijn jas aan. Dan doet ze een bijzondere ontdekking: in een verborgen jaszak vindt ze de pop van een prins. De pop komt tot leven en laat het meisje in de voetsporen van haar opa treden: Manasse wordt poppenspeler.
In een poging de weeskinderen in het overvolle getto van Warschau hun ellende even te laten vergeten, treedt Manasse voor ze op. Maar dan eist een SS'er dat het meisje ook voor de Duitse soldaten gaat spelen. Met de prins aan haar zijde komt Manasse in het hol van de leeuw. En daar ontdekt ze dat verzet vele vormen kent.
De tweede wereldoorlog is zware kost. Maar onmisbaar in de opvoeding van een kind. Hoe zorg je er voor dat je dit soort verhalen toch kunt delen met kinderen? Dat was een van de vragen die theatermaker Meike van den Akker zich stelde. Juist poppentheater leent zich voor het vertalen van grote thema's. Poppen kunnen het groteske verbeelden, zonder dat het te schokkend wordt. Ellende wordt poëzie. Maar het verhaal wordt wel degelijk verteld.
De Jas is een Nederlands-Noorse co-productie van De Witte Pomp en Nordland Visual Theatre.